Afkomst
De Australian cobberdog is feitelijk de authentieke, goedgekeurde Australian labradoodle (de PURE BRED in ontwikkeling), die voldoet aan alle gestelde eisen om ingeschreven te kunnen worden als rashond bij de MDBA. Fokkers van de Australian cobberdog houden zich aan een strikt fokreglement vanuit de MDBA en zijn voorstander van raserkenning. Om zich te kunnen onderscheiden van andere verenigingen en fokkers, maar ook om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende honden, hebben zij in januari 2012 besloten de naam van het ras te wijzigen in Australian cobberdog.
De Australian cobberdog is dus beslist geen kruising tussen een poedel en een labrador retriever. Zo begon wel ongeveer 25 jaar geleden zijn ontstaansgeschiedenis, met de naam labradoodle. Alle daarop volgende generaties en infusies hebben de Australian cobberdog gemaakt wat hij vandaag de dag is.
Ons doel is het fokken van een lieve, stabiele, sociale hond met een bijzondere, zachte vacht, als maatje ('cobber') voor iedereen.
Uiterlijk
Uiterlijk
Australian cobberdogs zijn er in verschillende maten, kleuren en vachttypen.
Maten
| Mini | 35-42 cm | 7-13 kg
| Medium | 43-52 cm | 14-23 kg
| Standaard | 53-63 cm | 24-30 kg
Kleuren
De Australian cobberdog komt voor in veel verschillende kleuren: apricot, black, chocolate, crème, caramel, chalk, café (parchment) en red. Soms heeft hij naast een van deze kleuren ook nog aardig wat witte vlekken, dat noemen we parti. De Australian cobberdogs zijn soms net toverballen: sommige vachten lichten op als de hond ouder wordt.
Vachttypen
Iedere cobber met zijn eigen vacht is uniek, maar je kunt er niet omheen de vacht wekelijks te verzorgen.
Bij de Australian cobberdogs komen grofweg twee soorten vachttypen voor: de fleecevacht en de wolvacht.
De fleecevacht voelt vaak licht en zijdeachtig aan. De mate van krul/slag in de vacht kan verschillen, daarom onderscheiden we binnen de fleecevachten, naast de ‘gewone’, bijna steile fleecevacht, ook nog de wavy fleecevacht en de curly fleecevacht. Zoals de naam al zegt, is de wavy vacht meer golvend en de curly vacht meer krullend.
De wolvacht is veel dikker dan de fleecevacht en lijkt meer op een schapenvacht. Ook de poedelvacht is hierin te herkennen. De wolvacht vergt vaak meer onderhoud dan de fleecevacht.
Fleecevacht of wolvacht, de Australian cobberdog geeft weinig tot geen lichaamsgeur af en verhaart, in tegenstelling tot de meeste andere honden, niet of nauwelijks. Dat komt doordat hij, net als een mens, zijn dode haar ‘laat vallen’. Door regelmatig te borstelen worden de dode haren uit de vacht verwijderd en verliest de hond ze niet binnenshuis. Overigens zal de pup tussen acht en veertien maanden zijn puppyvacht verliezen, dan zal hij dus wel verharen. Maar een extra borstelbeurt kan dan veel losse haren in huis voorkomen.
Doordat hij niet of nauwelijks verhaart, is de Australian cobberdog vaak ook geschikt voor mensen met astma of een allergie. Hij staat dan ook wel bekend als een hypo-allergeen hondje.
Karakter
Karakter
Het karakter van de Australian cobberdog? Vrolijk, vriendelijk, intelligent, energiek, loyaal, lief, baas-/mensgericht, goed met andere honden en met kinderen, houdt van uitdaging en werken voor de baas, is (dus) makkelijk te trainen. De termen ‘born to serve’ en ‘will to please’ zijn de cobberdog op ’t lijf geschreven. Bedenk hierbij wel dat de hond dus uitdaging nodig heeft, zowel fysiek als mentaal, en dat kost de baas tijd!
Maar met deze prachtige eigenschappen schuilt er in de Australian cobberdog zowel een geweldige 'familiehond’ alsook een fantastische hulphond!